De spoorweg en het station van Leuven vormden een enorme barrière tussen het stadscentrum en Kessel-Lo. In het kader van vroegere stationswerken werd al een bredere tunnel voorzien onder de sporen naast het station met toegangen naar de perrons en wat beperkte commerciële voorzieningen. Het project ‘stationsomgeving Leuven’ (kantoorgebouw VVM De Lijn, herinrichting Martelarenplein, tunnel en ondergrondse parking; M. de Sola-Morales i.s.m. A33), verlengde deze tunnel, onder het gebouw van VVM De Lijn door, tot op het stationsplein (Vlaamse Planningsprijs 2001). Aan de andere tunnelmond werd de realisatie van een ander plan vooropgesteld, het ‘Benedenplein’, dat alle stromen van voetgangers en fietsers verzamelt die vanaf Kessel-Lo het stadscentrum willen bereiken of vice versa.

A33 associeerde het verzamelplein met een bad waarin, bij leegloop, het water rondkolkt vooraleer het verdwijnt in de kleine afvoer: een stroom van mensen daalt af vanuit Kessel-Lo, botst op de kleine tunnelmond, gaat onmiddellijk door of kijkt wat rond, 'vliegt' uit de stroming naar een meer luwere (terras)zone en blijft wat hangen, vooraleer hij definitief verdwijnt in de tunnelmond.
De organische vormgeving van het plein refereert naar die kolkbeweging, versterkt door de vorm en inplanting van trappen en hellingen en voortgezet in de keerwanden langs het plein tot in de brug van de Martelarenlaan die het plein overspant. De brug werd door ir. Laurent Ney gekneed tot een vloeiende constructie, met een absoluut minimale sectie in het midden en met minimale impact op het plein. Keerwanden en brug zijn gerealiseerd in prefabbeton. De verharding van het plein zelf in blauwe hardsteen verwijst naar de materialisatie van het stationsplein.

1/8
next project